By De prijs van olie wordt sterk beïnvloed door vraag en aanbod. De vraag naar olie neemt sterk af door de teruglopende wereldeconomie en de pandemie. Een recessie ligt op de loer, wereldwijd sluiten fabrieken de deuren als gevolg van het coronavirus en de hele luchtvaartsector zakt weg.
Aanbod van olie is er voldoende. Rusland weigerde mee te gaan in de productiebeperkingen van de Opec, waarna Saoedi-Arabië de oliekraan wijd heeft opengezet.
Het gevolg van de dalende vraag en de toegenomen productie laat zich raden. De prijs die voor een vat olie moet worden betaald zakt. En niet een klein beetje, maar heel erg veel. Voor een vat Brent-olie moest begin 2020 nog meer dan 68 dollar worden betaald. Nu is de prijs gezakt naar ongeveer 26 dollar. Een daling van maar liefst 61%.
Automobilisten merken aan de pomp veel minder van deze forse prijsdaling. De prijs van een liter Euro95 is wel iets gedaald, maar minder dan verwacht.
Begin van het jaar moest 1,72 euro voor een liter Euro95 worden afgerekend. Afhankelijk van de regio en plek van de benzinepomp betaal je vandaag zo’n 1,50 euro per liter. Dat is een daling van slechts 13%.
Btw op brandstof is 21%. De btw wordt geheven over de prijs aan
de pomp, dus inclusief accijns. De accijns op brandstof is een vast bedrag per
liter. Voor
Euro95 is dat dit jaar 80,8 cent, op diesel 51,2 cent en op LPG 19,3 cent.
Van iedere liter Euro95 ging aan het begin van 2020 dus 1,11 euro aan btw en
accijns naar de schatkist. Er bleef dus 0,61 euro over voor inkoop van de olie,
de productiekosten, vervoer, winst, etc.
Eind maart vloeide 1,07 euro per verkochte liter Euro95 naar de staat. Er
blijft nu dus 0,43 euro per liter beschikbaar voor de inkoop en productie. Dat
is zo’n 30% minder dan aan het begin van het jaar.
Natuurlijk heeft een oliemaatschappij te maken met veel vaste kosten. De productiekosten om uit olie benzine te maken worden niet lager als de olieprijs daalt. Dat geldt natuurlijk ook voor de overhead van de onderneming en de vervoerskosten van de brandstof. Daar komt bij dat ruwe olie in dollars wordt betaald en de prijs van de dollar de afgelopen weken is gestegen. Ook ijlt de prijs aan de pomp altijd iets na bij de actuele olieprijs. De ruwe olie die vandaag wordt gekocht kan natuurlijk niet dezelfde dag aan de benzinepomp worden verkocht.
Ondanks de fors prijsdaling van ruwe olie is het nog steeds geen feest om af te rekenen na het tanken. Zeker niet als je bedenkt dat je eigenlijk te diep in je buidel tast om je glimmende bolide in beweging te krijgen. Hopelijk geven Shell, Esso, BP en andere olieboeren snel een groter deel van het voordeel van de lagere inkoopprijs door aan de consument.
